Wakker worden

 
 

‘Eva, wakker worden. Tijd om op te staan’. Geen bevel, maar een uitnodiging. Net zoals de deur die vervolgens op een kier werd gezet. Geen bruuske confrontatie met al wat nieuw en veelbelovend lijkt, maar slechts dat streepje. Net voldoende om zoveel droom te verlichten. 

Het was mijn moeder die ons elke ochtend wakker maakte. Vier exemplaren. Van deur tot deur, alsof ze steunkaarten voor alweer een nieuwe dag verkocht. Begeleid door het ritmisch geklop op de deur en woorden die zich als een mantra rond haar mond vormden. Vaker wel dan niet volgde mijn ontwakende bewustzijn haar route reeds van bij de start. Als een observator, bewegingsloos en stil om geen verraad te plegen aan dit ochtendspel. Eén deur geopend, drie te gaan. Maak mij wakker. Wachtend en verlangend om ook deze keer de uitnodiging op mijn naam in ontvangst te nemen. 

Dat het me evenveel jaren zou kosten om te beseffen dat die woorden de uitnodiging aan mezelf zouden worden om uit het leven te ontwaken, wist ik toen niet. Eva, wakker worden. Tijd om op te staan. Ik sliep. Niet voor heel even, maar jarenlang. Het geklop op de deur had zich onopgemerkt laten overstemmen door een leegte die niet hoor, maar voelbaar was. Een soort sluimertoestand. Nooit helemaal wakker, maar ook nooit helemaal echt in slaap. Als een chronisch wachtende. Trouw aan een spel dat reeds lang geleden beëindigd werd. 

Vandaag ben ik wakker. Wakkerder dan ik ooit ben geweest. Mijn beurt om op te staan wacht ik niet meer af, die neem ik. Soms voorzichtig of twijfelachtig, steeds vaker vastberaden. Het ochtendlicht duldt geen tegenspraak meer, maar duwt zichzelf ongegeneerd mijn kamer binnen. Verblind door een helderheid, in een poging de ogen niet naar buiten maar naar binnen te richten. Als een lokroep van het leven aan zijn jongen. Krachtig in zijn herhaling. Dit is de tijd om op te staan. Om te doen wat me te doen staat. Het leven te leiden, niet half maar helemaal. 

Vandaag ben ik wakker. Maar mezelf wakker houden, dat moet ik blijven doen. Elke dag opnieuw. Mezelf tot de orde roepen. Hier is het om te doen. Die uitnodiging op mijn naam vormt zich niet door loze woorden. Ze bezit een inhoud die zich laat raden, een verlangen om begrepen te worden. Zin te kunnen geven aan een wereld die zich soms moeilijk laat vertalen. 

Dat de sluimertoestand lonkt, nog steeds. Dat oude verlangen. Om nog heel even in het niets te willen vertoeven. Wachtende. Toch zal morgen, dat weet ik geen uitzondering vormen. Wanneer de woorden zichzelf opnieuw heruitvinden, en één voor één hun plaats in deze rij opeisen. 

Wakker worden.

Het is tijd om op te staan. 

Eva Baert